Het Leven van Antony van Leeuwenhoek

Author: 
Schierbeek, A.
Journal: 
Natura
Volume: 
10: 15 October
Publisher: 
Nederlandsche Natuurhistorische Vereeniging
Year: 
1932

A special Leeuwenhoek Number (Leeuwenhoek-Nummer) commemorating the 300th anniversary of Leeuwenhoek’s birth

Contents

Schierbeek’s Het Leven van Antony van Leeuwenhoek

Leersum’s De Brieven van Antony van Leeuwenhoek

Crommelin’s De Microscopen van Antony van Leeuwenhoek

Boeke’s Leeuwenhoek en de Wetenschap van het Kleine

Van Seters’ De Antony van Leeuwenhoek-Film


Schierbeek's short overview of Leeuwenhoek's life ends with a list of his major discoveries. The list shows what a hundred years ago was considered Leeuwenhoek's more noteworthy observations:

I. Mensch en zoogdieren.
15 Aug. 1673. Bloedlichaampjes gezien (reeds eerder door Malpighi en Swammerdam ontdekt, maar door hen niet nauwkeurig onderzocht).
Nov. 1677. Spermatozoïden ontdekt (feitelijk door Ham 't eerst gezien, doch deze meende, dat ze uit bederf waren voortgekomen).
1675. Opbouw van de beenderen en tanden uit "pijpjes" ontdekt.
1682. Dwarsstreping der spiervezels gezien: bij hartspieren in 1694.

1683. Haarvaten gezien; een mooie methode om ze te demonstreeren gevonden in 1698.

Deze haarvaten hadden Malpighi (1660) en Swammerdam ook reeds gezien, maar toch wilde men er niet aan gelooven. Eerst door Van Leeuwenhoek werd men overtuigd.

II. Lagere dieren en planten.

Sept. 1674 en half Sept. 1675. Eéncelligen gezien in slootwater. Parasietische reeds in 1674 bij het konijn en in 1681 bij des mensch. Spirogysa in 1674 reeds gezien.

1676. Bacteriën ontdekt.

1680. Gistcellen gezien.

1680. Voortplanting van oesters en mossel.

1702. Late leven (het indrogen en later weer opleven) der Raderdiertjes ontdekt. Hij heeft deze diertjes zelf reeds in 1674 waargenomen ln slootwater.

1702. Zoetwaterpoliep ontdekt en de knopvorming beschreven.

III. Insecten.

1687. Gezien dat cochenille afkomstig is van insecten.

1693. Ontwikkeling van de vloo en van de mijt die hierop parasiteert.

1694. Beeldvorming gezien in de lenzen van het samengestelde oog van een libel (Rombout of Puystebijter).

1695. Parthenogenesis ontdekt (voortplantinge sonder Versamelinge ofte Manlijke geslachten) bij de Bladluizen.

1696. Volledige beschrijving van de Bladluis sluipwesp. Dat galappels door insecten ontstaan was reeds voor v. L. bekend, zijn brief is van 1686.

IV. Visschen.

1684. Ontdekt dat de Alen schubben bezitten en gezien dat deze jaarringen bezitten.

1692. De eierstokken van de Alen trachten aan te toonen door het inspatten van quickzilver.

Al is dit resultaat niet overeenkomstig onze opvattingen, de methode is wel zeer merkwaardig.

V. Planten.

1668. Proeven met omgekeerd geplante wijnstokken.

1680. In dit jaar toonde hij (volgens van Hall als eerste) het ontstaan van jaarringen in het hout aan, waarbij hij o.a. de gestippelde vaten ontdekte. Malpighi en Grew meenden op allerlei plaatsen spiraalvaten te zien. Vele onderzoekingen over den bouw van het hout en van de zaden. (Zie ook 1716).

1692 Hofstippels gezien in grenenhout (hield ze voor harsdruppels). Malpighi had ze, veel slechter, ook gezien.

1716. Diktegroei der eenzaadlobbigen onderzocht (in 1680 al gezien).

Men vindt dikwijls opgegeven, dat v. L. ook kristallen in planten 't eerste zag (bij de Iris), maar Malpighi zag deze wellicht reeds in 1671 (gedrukt 1675).

VI. Kristallographie en Mineralogie

Van den aanvang af vinden we bij Van Leeuwenhoek een groote belangstelling voor “soutfiguren". De Leeuwenhoekfilm bracht deze onder ieders aandacht!

1700. Vivianiet in veen gevonden.

Heideblaadjes ontdekt in veen bij Delft.

Note: This list was reprinted without attribution to Schierbeek, in the Telegraph's feature on Leeuwenhoek's 300th birthday.