Het is altyd niet waar dat de vleesdeelen in een kleyn Diertje in dunte toeneemen en eyndigen aan den
Trekker. In tegendeel zyn de meeste vleschfibertjes, zoo dik als ze zyn, vereenigt met de Trekkers, Vliezen, en Bloet-vaten.
De achterste Pooten van een Muys onderzocht. In eenige deelen van de Poot, waar aan men met het bloote oog geene vleeschdeelen konde bekennen, twaalf Trekkers ontdekt. Die Trekkers aan weerszyde bezet met vleeschfibertjens, die ook zeer ordentlyk geschikt lagen. Beschryving van die ordentlyke schikkinge der vleeschfibertjes. Het geweld, 't welke by voorb. aan de bovenste der gemelde Trekkers word aangedaan; dat word ook aangedaan aan de ses onderste: en hoedanig?
De Trekkers uyt de achtervoet van een Muys zyn dunder dan een hair van ons hooft. Zy hadden evenwel hunne omwentelende inkrimpingen. De vleeschfibertjes, aan die Trekkers vast, zyn aan de andere kant ook gehecht aan ander Trekkers. Gedagten van den Auteur over het vasthechten van de bovenste Trekkers aan andere kleyndere Trekkers. De muscul van een Muuys in 't midden doorsneeden, om de eynden van den grooten Trekkers te ontdekken. By die gelegenheit een groote Membraan doorsneden, uyt dewelke veele membraantjes voortquamen. De Trekkers en de vleeschfibertjes gelyk geformeert.
De vleeschfibertjes zyn in een zekeren zin ook Trekkers. Waar dat de Trekkers hun eynde hebben. De groote vleesch-muscul vergeleken by de stam van eenen Boom, die zich in verscheyde takken uytspreydt: maar daar de takken hun eynde hebben, hebben de vleeschfibertjes in tegendeel geen eynde. Hoe dat de Trekker van een kan scheyden zonder scheuritage.
Vleesch uyt de groote muscul van 't achterbeen van een Muys voor het Vergroot-glas gebragt. Daar in twee Trekkers ontdekt, die niet dikker waren als een hair van ons hoofd. In zoo eenen Trekker verscheyde omwentelende inkrimpingen bespeurt: dezelve Trekkers voorzien met schuyns nederdaalende vleeschfibertjes. Aan zoo eenen Trekker word geen geweld aangedaan, of de andere lydt dat geweld ook; gelyk ook alle de Trekkers en Vleeschfibertjes, die uyt een grooter Trekker voortkoomen. Alle de Vleeschfibertjes en Trekkers van een muscul worden gelyk bewogen.
Verwonderens-waardige volmaaktheit van 't zamenstel der Musculen, Trekkers, Vleeschfibertjes, enz. De Vleeschfibertjes schynen aan geen endere Trekkers vereenigt, als aan de tegen overstaande Trekkers. Hoe moeyelyk het is het gemelde 't zamenstel der Trekkers en Vleeschfibertjes te vertoonen. Twee, ja drie Vleeschfibertjes, vereenigen zich somwylen in een ander Vleeschfibertje. Al het geweld, dat aan de Trekkers word aangedaan, word ook aangedaan aan de Vleescvhfibertjes. Hoe een Trekker evenwel veel grooter geweld lydt als een Vleeschfibertje. Aanwyzing van 't zamenstel der Trekkers en Vleeschfibertjes.
Voerdere aanwyzing hoedanig dat door het beweegen van den eenen Trekker ook de andere Trekkers, met de Vleeschfiertjes, bewogen worden. Waarom in den afgebeelden Trekker geene omwendelende inkrimpingen bespeurt worden. Men kan de eynden van de Trekkers beter vervolgen in kleyne vleesch-musculen. De Trekkers zyn rontom met vleeschfibertjes bezet.
Korter musculs in een Muys nagespeurt. Vleeschfibertjes uyt andere vleeschfibertjes voortkoomende. Aangewezen hoe uyt een Trekker een Sprank, en uyt die Sprank vleeschfibertjes, en uyt deze wederom Spranken voortkoomen. Het vlees van een Bonsem onderzocht.