Waarneemingen ontrent het vleesch van een vetten Os. Doorgaans heeft de Schryver gezien dat de vetdeelen tusschen en in de Membranen leggen, die zich door de vleesch-deeltjens verspreyden. De manier, op de welke de vleesch-deeltjens in de vliezen opgeslooten leggen, door eene gelykenis uytgelegt.
Hoe de vliezen in alle de vleeschfibertjes zich verdelen in eene onbedendelyke menigte van vliesjens enz. In zoo eene Membrane worden de vet deelen voortgebragt. Op wat wyze die vet-deelen de lichaamen in dikte uytzetten. Uyt zekere waarneeminge bevonden dat de vleeschfibertjens geene gemeenschap hebben met het vet; en door geen vet gevoedt worden.
Door de reden bewezen dat de vleeschfibers, gelyk ook de Trekkers, met geene vet-deelen bezet worden. Een gedeelte uyt het vleesch van eenen zeer vetten Os afgebeeld. Men kan beyde de eynden van de vleeschfibertjens in een grooten muscul niet vervolgen; en dat om hunne lengte. How zeer de vleeschfibertjens door de vet-deelen van een gestooten worden, of zich in ruymte uytzetten. Beschryving van de vlams-wyze uytrekkingen, dee de Trekkersw hebben.
Verwonderens-waardig maakzel van een Vlooy. Het vleesch van een Vlooy zoo wel voorzien met inkrimpende en uytrekkende deelen, als dat van eenen Os. Gelyk de vleeschfibertjens, in eenen Os, gevest zyn in de vliezen van de Trekkers, zoo is 't ook gelegen in een Vlooy.
De vleeschfibertjens van eenen Os niet meer dan 4 maal dikker, als die van een Vlooy. Hoe veel tyds dat 'er noodig is, op dat de Eyeren van Vlooyen volwassene Vlooyen werden, enz. Bevonden dat de Vlooyen een gansche winter, zonder voedzel, in haar gespin konnen leeven.
|
Observations concerning the flesh of a fat ox. As a rule, the writer has seen that the fat pieces lie between and in the membranes, that spread throughout the little flesh parts. The manner explained in which the little flesh pieces lie closed up in sheaths.
How the sheaths in all the little flesh fibers are divided into a inconcievable multitude of little sheaths, etc. The fat pieces are produced in such a membrane. In what way the fat pieces of the body expand. From certain observations found that the little flesh fibers have no communion with the fat; and are not nourished through fat.
By the reasons indicated the flesh fibers, as also the pullers [tendons; Dutch "Trekkers"], have no fatty parts. A section from the the flesh of a very fat ox illustrated. How many little flesh fibers are pushed through the fat pieces of one, or expand into the space. Description of the flame-like stretching, that the pullers have.
Amazing form of a flea. The flesh of a flea as well provided with relaxing and stretching parts, as that of an ox. Similarly the little flesh fibers, in an ox, are established in the sheaths of the pullers, as it is situated in a flea.
The little flesh fibers of an ox not more than 4 times thicker, than that of a flea. How many times that there is need, on the eggs of the full-grown fleas were fleas, etc. Found that the fleas can live the whole winter, without nourishment, in their cocoons.
|