wife Barbara de Meij and sister-in-law Maria de Meij made a will

Date: 
October 21, 1653

The De Meij family and the Leeuwenhoek family lived near each other on the east side of the Oosteinde gracht. Leeuwenhoek and his future wife Barbara probably knew each other as children.

Barbara and her sister Maria made this will the October before Barbara and Leeuwenhoek were married in July 1654.

In the margin, an amendment from February 26, 1655, revoked this will.

On of the witnesses was Van der Block's clerk, Daniel Bogaert, who would become camerbewaarder of the mayor's chambers and be Leeuwenhoek's colleague in the Stadhuis for thirty years.

Document: 

Adriaen van der Block, notary ONA inv. 1753 fol. 146

In den name des heeren Amen. Cond ende kenne sij een ijgelijcken die dit jegenwordich instrument vertoont sal worden dat in den jare nade geboorte ons heeren Jesu Christi Duijsent seshondert Drieenvijftich opten XXIe Octobris savonds de clock ontrent seven uren voor mij Adriaen van der Block openbaer notaris bij den hove van Holland geadmitteert residerende binnen der stadt Delft ende ter presentie van getuijgen ondergenomineert in eijgener persoone gecomen ende gecompareert sijn Maria de Meij ende Barbara de Meij beijde bejaerde dochters woonende int Oosteijde binnen deser stadt, mijn notaris bekent, beijde clouck en gesont van lichaem gaende en staende met ons op den aerde, heur verstant en memorie seer wel hebbende en gebruijckende, als opentlicken scheen ende leeck ende men anders niet en conde bemercken.

Te kennen gevende en verclaerde niet seeckerder te sijn dan de doot ende niet onseeckerder dan den tijt ende ure van dijen, heben daeromme uijt heure vrije wille geconcipieert en begrepen seeckere heure testamenten, laetste willen waervan den sin en meninge hijer nae volgt.

In den eersten bevelende Godt almachtich heure zielen en heure doode lichamen de Christelijcke begravinge ter aerde en revoceerde, casseerde en te niet doende bij desen alle voorgaende testamenten, codicillen ofte enige andere uijtterste wilen bij heur te samen, alleen ofte met anderen gemaeckt, houdende alle deselve voor nul, crachteloos en van onwaerden, alsoff die voor date deser niet gemaect ofte gepasseert hadde geweest ende van niews disponerende heben zij testateuren reciproce, dat is over en weder over elck den andere, en de langstlevende van hen beijden bij desen gemaect alle de goederen, roerende, onroerende, gelt, gout, silver, gemunt en ongemunt, actien ende crediten, die d'eerste van hen beijden metter doot ontruijmen en naerlaten sal, geen goederen uijtgesondert, daer mede de langstlevende sal doen haere vrije wille, sonder tegenseggen van ijmanden, daerinne de eerststervende de langstlevende van hen beijden institueert bij desen.

Ende soo wanneer de langstlevende ongehouwelijct mede onser werelt comt te overlijden, soo maect ende legateert sij testatrice aen de Camer van Charitate binnen deser satdt ten behouve van de armen, de some van thien hondert car. guldens tot XL grooten 't stuck, daerinne mede gesmolten sal sijn 't beste oppercleet van haer testatrice; maeckt noch aen de outste predicant van Gereformeerdee duijtse kerck binnen deser stadt de some van vijfhondert car. guldens, ome deselve bij hem te distrubueeren ende uijt te keeren aen erlijcke ode arme persoonen, daer deselve te zijne gemoet sal bevinden te behooren; maeckt en legateert noch aen jongeluijden, jongmans en dochters te samen voor een pille de some van Tweehondert car. guldens.

Ende in de goederen die zij testatricen boven de legaten ende andere wettelijcke schulden sal comen naer te laten, soo roerende, onroerende, actien en crediten, geen goederen uijtgesondert, heeft zij testatrice daerinne tot heuren Erfgenaemen genomineert en geinstitueert, sulcx zij nomineert en institueert bj desen Lidea de meij, Lijsbeth de Meij, de kinderen van Debora de Meij ende de zoon van Maria de Meij, alle haer vaders susters, elcx voor een vijerde part in de eene helfte ofte tesamen vor de eene helft en bij ijders vooroverlijden, desselfs kinderen en verdere descendenten bij representatie in haer ouders plaetse.

Item Huijchgen Cornelisz huijsvrou geweest van Jacques Vierling haer za. moeders broeder was, nu getrout met Gerart Claesz van Milhuijsen woonende tot Utrecht, IJsaak Baltensz Vierling woonende tot Amsterdam, Jacques le d'Úij ende zijn brieder, elck voor een vijerde paert in de wederhelfteofte tesamen voor d'andere helfte en bij ijders vooroverlijden desselfs kinderen ende vordere descendenten bij representatie in haer ouders plaetse.

Ende opdat goede ordere in haer begravenisse mach worden gestelt ende oock haere erfgenaemen met ruste, vrede en eendracht van den anderen te helpen, heeft testatice tot executeurs over dese haere testamente gestelt, ende eerstelijcke daertoe versocht d'eerwaerdige Ds. Harmannnus Tegularius, bedienaer des Goddelijcken woorts alhijer ende Gijsrecht Jansz Corpershouck, haer overuijrman te samen, biddende dat zij de kast gelieven aen te vaerden ofte bij overlijden van een van hen beijden ofte bij executie van eenige ongelegentheijt sal de andere executeur een ander tot zijn verkiesen, heure asistentie tot costen vanhaer boedel te nemen een goet bequaem notaris (etc.).

Aldus gedaen ende gepasseert ter comptoire mijns Notaris ter presentie van Adriaen van Block de jonge, student, en Maerten Jansz Westervelt, bleecker, als getuijgen neffens mijn Notaris hijertoe versocht en gebeden.

Marija de Meij
Barber de Meij
Maerten Jansz Westervelt
Adriaen van der Block de jonge
A. van der Block Nots.

In the margin:

Op huijden den tweeden februarij XVIc vijff ende vijftich compareerden voor mijn Nots. ende d'ondergeschr., Maria de Meij ende Barbara de Meij in den test. genoent, dewelcke verclaerden te revoceren, casseren ende annuleren de testamente bij hen voor mijn Nots ende seeckere getuijgen verleden als hijer in de text houdende deselve voor nul, cragteloos en van onwaerde alsoff die niet gemaect ofte gepasseert hadde geweest latende haer goederen (....) nae de coustume van Landen, aldus gedaen en verleden te comptoire mijns Nots. ter presentie van Daniel Bogaert mijn clercq en Jan Cornsz Boot als getuijgen.

Marija de Meij
Barbara de Meij
Jan Cornelisz Boot
Daniel Bogaert
A. van Block

Sources