Aderen in eene doorgesneede Zuyker-peer ontdekt. Dickte van die aderen. Uyt die Aderen koomen voort langwerpige deelen: uyt die deelen koomen wederom andere deelen voort: waar door de peer haare groote krygt. Waarnemingen omtrent de steel van de Suyker-peer. Men moet vast stellen dat uyt yder deel van zoo eene peer een groote ader voortspruit, die men vel eene Arterie mag noemen. Geene circulatie in de vruchten. De gezeide vaten verstrekken om het zaadhuysje in de peeren te maaken. Ontelbaare takken van die vaten verspreiden zich aan alle kanten in de Peer. Wonderlyke volmaakheit van zoo een kleyn zaadje.
Een kleyn deeltje van een zaadje van een Zuyker-peer in de lengte doorsneden, en voor het vergrootglas gebragt. De vaten, en de klapvliezen der vaten, in dat deeltje van een zaad gezien. Die klapvliezen leggen in de vaatjes zeer dicht by malkander. Waar toe die klapvliesjes dienen? Tweederley vaten en klapvliezen in het zaad van een Peer; de eerste die de sappen opwaarts voeren; de andere die dezelve naar beneden toe brengen. Verwonderens-waardig maakzel van zoo een zaadje. Wat eene groote wysheit vereyscht is geweest om zoo eenen Boom te maaken.
Waarnemingen ontrent de Poire de zeigneur, of de Goudpeer. De plant in het zaad gezien, enz. De zaaden worden groot door strengen, daar zy vast aan leggen, even gelyk de dieren in de Baarmoeder. Die streng gaat niet binnewaarts in het zaadje.
De buytenschors van het zaad doorzocht. Dezelve bestaat maar uyt kleyne vaatjens. De vliesjes, die binnewaarts leggen, bestaan insgelyks uyt zeer kleyne vaatjes. Het plantje, in zoo een zaadje leggende, doorgesneden en afgetekent. Menigte van vaten in zoo een plantje.
Bladgewyze deelen van het plantje. De aderen in Appelen en Peeren hoedanig ontdekt; de weten met de bast van de Cocosnoot te beschouwen. De zoogenoemde draaden in de Cocos-noot zyn niet anders als vaten. Uyt die vaten worden gemaakt blaasachtige deelen enz. De aderen wederom in eene Peer ontdekt. Die aderen met vliezen bekleedt. Beschryving van die vliezen. De gansche Peer bestaat meerendels uyt Aderen en vliezen. Waar de vaten van de Peer, en de draatachtige vaten van de Cocos-noot, uyt voort koomen?
De Aderen van een Peer voor 't gezicht vertoont. Die vaten leggen in groote menigte in het opperste huytje van de Peer. Meetkundige uytrekening hoe veele vaten dat in een Peer besloten leggen. Waar toe de opperste huyt van de Peer dienstig is? dat vliesje bestaat uyt parkjes. Beschryving van die parkjes. De deeltjes, die de oppervlakte van de Peer uytmaaken, beloopen op veele honderden van millioenen.
Van de omwentelende inkrimpinge, en uytrekkinge van de Trekkers en Vleesfibertjes. Menige omwentelende deelen in 't hout, bladeren van Boomen, Three bladen, enz. Die omwentelende deelen zyn zeer maakt te bekennen. Waar toe die vaten by voorbeeld in de Thee-blasden dienen? De omwentelende gestalte is de volmaakste tot de uytrekkingen en inkrimpingen.
De membranen hebben geene holligheden; zoo weynig als de Trekkers en fibertjes. Hoe zy dan gevoed worden? Daar word geen bloed door de eynden der Arterien in de Vleesfibertjes gestort.
|
Vessels discovered in a sugar pear sliced through. Thickness of the vessels. From the vessels come elongated parts: from those parts again come other parts: through which the pear gets its size. Observations concerning the stem of the sugar pear. One must establish that from every part of such a pear a large vessel comes forth, that one may call an artery. No circulation in the fruits. The noted vessels provided to make the seed casing in the pears. Countless branches from the vessels spread out to all the edges of the pear. Wonderful perfection of such a small seed.
A small section of a seed of a sugar pear cut lengthwise, and brought before the magnifying glass. The vessels, and the valve sheaths of the vessels, seen in that section of a seed. The valve sheaths lie very close to each other in the little vessels. What are the valve sheaths for? Secondary vessels and valve sheaths in the seed of a pear; the first carries the sap upwards; the other brings the same back down. Amazing form of such a seed. What great wisdom is is required to make such a tree.
Observations concerning the Poire de seigneur, or the gold pear. The plant seen in the seed, etc. The seeds become large through strings, that are attached firmly, just like the animals in the uterus. The string does not go inwards into the little seed.
The outer rind of the seed investigated. It is composed of small vessels. The little sheaths, that lie inward, are likewise composed of very small vessels. The little plant, that lies in such a seed, cut through and depicted. A multitude of vessels in such a little plant.
Leaf-like parts of the little plant. What the vessels in apples and pears are like discovered; the knowledge of the bark of the coconut described. The so-called threads in the coconut are nothing other than vessels. From these vessels are made bladder-like parts, etc. The vessels once again discovered in a peer. The vessels covered with sheaths. Description of the sheaths. The whole pear is composed mostly of vessels and sheaths. Where do the vessels of the pear, and the thread-like vessels of the coconut, come from?
The vessels of the peer shown. The vessels lie in great multitude in the topmost skin of the pear. Geometry calculates how many vessels lie enclosed in a pear. What use is the topmost skin of the pear for? that sheath is composed of little beds. Description of the beds. The parts, that the upper surface of the pear are made from, comes to many hundreds of millions.
About the spiraling ridges on relaxing and contracting of the pullers and flesh fibers. Many spiraling parts in wood, leaves of trees, tea leaves, etc. The spiraling parts are very easy to recognize. What use are the vessels for example in tea leaves? The spiraling shape is the most perfect for stretching and relaxing.
The membranes have no hollows; as few as the pullers and fibers. How are they nourished? There is no blood pouring through the ends of the arteries in the flesh fibers.
|