Josina van der Sprenkel sold the house on the Oosteinde that daughter Maria had bequeathed her

Date: 
December 1, 1755

In her will, Maria Thonis bequeathed to her maid Josina van der Sprenkel the house on the Oosteinde that Maria had inherited from her father. In 1655, Leeuwenhoek had drawn lots with his sister-in-law Maria de Meij. Maria de Meij got the houses on the Donkersteeg that she later bequeathed to Maria Thonis. Barbara de Meij and her husband Antony Leeuwenhoek got the house on the Oosteinde that Barbara and Maria grew up in.

It was presumably a rental property for the following hundred years.

Josina sold it to Pieter van Berkeloo for 495 gulden. Van Berkeloo, who painted Delfts Blauw plates for a living, bought it at auction on the previous October 22.

Document: 

auction

Notary Willem van der Lely, Delft 1755-10-22

sale letter

ORA 235 inv 1754 januari - 1757 augustus, 1764 oktober 31, Waarbrief 6Q-199v

Wij Maarten Graswinckel en Mr. Hendrik van der Dussen, Schepenen in Delft, Oirkonden dat op heden voor ons gekomen en gecompareert is Josina van der Sprenkel. Ende verklaarde verkogt te hebben en voor ons in vollen Eijgendom op te dragen aan Pieter van Berkeloo: Een Huijs ende Erve staane ende geleegen aan de oostsijde van het Oosteijde binnen deese stad, belent ten noorden Adriaan van der Ceel ende ten zuijden Matthijs van Kempen ... volgens de oude brieven, de jongste in dato den 5 December 165, daarna den kooper hem sal moeten reguleeren en specialijk na de conditien ende voorwaarden waarop hetzelve Huijs ende Erve op den 22e October 1755 ten overstaan van Mr Willem van der Lely als notaris en zeekere getuigen alhier is verkogt zijnde dit verkogte ... Ende bekende van deze koope en opdragte vodaan ende betaalt te sijn met de somme van vierhonderd vijf en neegentig Guldens.

Alles sonder fraude. Des ten Oirkonden hebben Wij Schepenen voorn. deesen met onze handteekening bekragtigt op den 1e Decemb. 1755.

We, Maarten Graswinckel and Mr. Hendrik van der Dussen, magistrates in Delft, record that on this day before us came and appeared Josina van der Sprenkel. And declared to have sold and before us in complete ownership to have conveyed to Pieter van Berkeloo: a house and property standing and lying on the east side of the Oosteinde in this city, lying to the north Adriaan van der Ceel and on the south Matthijs van Kempen ... according to the old letters, the most recent of December 5, 165?, afterwhich the buyer will have to monitor him and especially after the condition and stipulation by which the same house and property on October 22, 17555, was sold in the presence of Mr Willem van der Lely as notary and certain witnesses, this sale being ... and known of this buyer to be completely conveyed and paid with the sum of four hundred ninety five guldens.

 

All without fraude. This report haave we magistrates confirmed with our signatures on December 1, 1755.