Bought the house and shop on the west side of the Hippolytusbuurt

Date: 
February 16, 1655

Seven months after getting married, Leeuwenhoek bought the house and shop on the west side of the Hippolytusbuurt, het Gulden Hoofd (golden head) (C0154). The house's windows had probably been blown out by the Thunderclap the previous October.

Leeuwenhoek paid Grietje Jans, the widow of Frans van Helden, a furrier, 5,000 florins, 4,000 mortgaged. The 1,000 could have come from his grandfather's bequest in 1643.

The excellent and helpful Leeuwenhoek geneology "(Van) Leeuwenhoek" mistakenly says (without citation) that Leeuwenhoek bought the house from Johan Lieftingh (1604-1684), an apothecary. Lieftingh belonged to the St. Nicolaas guild, the same one Leeuwenhoek had joined in January 1655 so that he could sell fabric and clothing accessories.

During the first phase of the sale on January 20, the up-bidding (opveiling), Lieftingh offered 3,600 guilders for the house. Grietje Jans wanted more; she had a houseful of underage children to provide for and the orphan masters to satisfy.

During the second phase of the sale, the down-bidding (afmijning), the auctioneer started at 7,000 guilders, and then went down until someone said, 'Mijn' (it is mine). But no one said that before he stopped at 5,500 guilders, according his instructions given by the sellers, Grietje Jans and her new husband Cornelis Joosten van der Leeuw. (Had no limit been set, the auctioneer could have gone down to Lieftingh's price, at which point Lieftingh would have had to accept the house for the 3,600 guilders that he had offered during the first phase.)

At some point after that, Cornelis Joosten van Leeuw and Leeuwenhoek came to an agreement on 5,000 guilders, and it was recorded in the notary record below on February 16, 1655. As guarantors, Leeuwenhoek's brother-in-law (and step-brother) Jan Jacobs Molijn and his sister Maria co-signed the document.

The document below gave the conditions of the sale.

Document: 

On the house: ORA inv. 281-283 waarbrief 4f259v on fol. 936r1 on fol. 936v2 and waarbrief 5r075.

On the sale conditions: Andries Bogaert notary ONA inv. 1888 fol. 69 (right sidebar; click to enlarge)

Bij conditien ende voorwaerden hijer naer verklaerdt wil Cornelis Joosten van Leeuw, getrout hebbende Grietgen Jans voormaels weduwe en boedelhoutster van Frans Leenderts van Helden, verkopen een huijs ende erve staende aen de westzijde van de Hypolitusbuijrt binnen dese stadt aldernaest de heer out Burgemeester Joost van Lodensteijns huijs en erve aen de suijtsijde ende aldernaest Frans Sgravesand voor, ende Jan Heyndricx van Rees achter aen de noortsijde, streckende voor van de strate toe achteraen Dirck Jans Riviervischvercoper, in aler manieren als 't voors. huijs ende erve jegenwoordich beheijnt, betimmert ende bepaelt staet behoudens een ijder sijn goet recht van drop, licht, timmeragie, waterlosinge en dijegelijcke, voorts volgens de vijer oude opdrachtbrieven, door den andere steeckende, de oudste in dato den VII Aprill XVc tweeennegentich ende de jongste in date den XXVIII April 1643, naer inhouden van welcke voors. vijer brijeven den cooper hem in alles sal moeten reguleren en tot welcke eijnde deselve brieven door de nieuwen opdrachtbrieff gesteken sullen worden, wijders met al sulcke vrijdommen ende servituijten als 't voors. huijs ende erve heeft ende subject is (etc.)

Den coper sal inde voors. huijsing volgen alle 't geene aert en naegelvast is mitsgaders de waegeschotte kas staende opte boven achterkamer, item alle de betsteden, haertijsers, deuren, raemen ende vensters, schoorsteenplancken, botelrijplancken ende onderlagn in de bedsteden, in deselve huijsinge wesende ende behorende, uijtgesondert de plancken van de winckel ende ijsers daer de plancken op rusten.

Men wilt voors. huijs ende erve verkopen om carolus guldens tot XX stuijvers 't stuck gereet gelt, te tellen daervan den lesten poortding voor Meij XVIC vijff en vijftich neffens de levering ende opdrachte van 't voors. huijs ende erve, de somma van tijen hondert der voors. gelden ende de vordere te beloven cooppenningen sal den coper houden op renten jegens den penning XX in 't jaar, daer van 't eerste jaar renten verschenen sal wesende den eersten Meij XVIC sesenvijftich en soo voorts jaerlicx geduijerende totte volle afflossinge toe, dije den coper sal moeten doen, alle jaeren met tweehondert guldens in hooftgelt, wel meerder maer niet minder, met alle de verlopen renten dije ten tijde van afflossinge verschenen sullen wesen, ende dat met goeden gevalueerde gelde. Ende dat van alles wijs gelts sonder cortinge van verpondingen en 't sij van Cg Lg minder oft meerder penningen oock vrij van den veertichsten penning ende deuijt opt gulden voor den armen, generalijck vrij van alle schattingen, te extenderen de clausule in den rentebrieff naar gemeen gebruick, oock vrij van 't schrijven van de opdrachtbrieff en de penningbrieff.

Den cooper sal gehouden sijn ten behouve van de voors. verkooper te passeren behoorlijcke rentebrieff met twee sufficante borgen tot contentement van de verkooper welcke borgen hun sullen moeten verbinden als principale schuldenaars ende moeten renuncheren de beneficie ordinis ter excussionis ende divisionis.

De verkooper sal 't voors. huijs ende erve beloven te vrijen ende waeren datte 't selve ten tijde van sijne possessie niet en is belast oft beswaert daer voren hij verbinden sal sijn persoon ende goederen sonder dat hij gehouden sal wesen eenige waarborgen daer voren te stellen en sal voorts aen den coper cederen alle recht van loozinge hem komende uijt krachte van de voors. oude brieven.

Soo wie geldt biedt, treckt oft verhoocht, sal gehouden wesen sijn bot tweemael vijerentwintich uijren gestant te doen. Ingevalle twee ofte meer teffens mijnden oft spraken sulx qualijck soude konnen geoordeelt werden sou eerst gesproken mocht hebben sal 't selve staan tot oordeel van de verkooper dije oock de coop sal mogen laeten volgen dije 't hem belieft oft 't geveijlde weder ophangen.

Den koper sal gehouden wesen datelijck te restueren alle de opgestoken ende affgetogen penningen, als mede den lesten opsteeckpenning, dije in handen van de Kooper sal blijven oft denselven Kooper sijn recht geven indijen deselve in sijn handen niet en blijft, voor 't drucken ende affigeren van billietten sesendertich stu. mitsgaders voor't maecken van dese voorwaerden ende voor vacatie van den Notaris in dese opveijlinge ses guldens.

Ende voor twee dubbelen uijt deselve voorwaerden elcx XXIIII Stu. alles onvermindert sijne principale cooppenningen.

Den cooper in gebreke blijvende de voors. conditien ende voorwaerden in alles naer te komen sal men 't voors. huijs ende erve andermael mogen ophangen ende verkopen, gelt het meerder den eersten coper sal daervan geen proffijt hebben, ende geldt het minder ment sal 't selve aen den gewesen coper verhaelen.

Opgeveijlt den 20 Januarij 1655

Jan Lieffting Apoteker biedt            3600
             opgesteken              2 - 10 -
opte verhoging van 500
niet getrocken

Afmijning

Opgehangen op sevenduijsent gulden
ende affgeslagen tot op vijffduijsent vijffhondert guldens
Niet gemeijnt

Ende alsoo de voorz. huijsinge ende erve bij openbaere opveijlinge niet meer heeft mogen gelden als drije duijsent seshondert gulden soo heeft de voorz. Cornelis Joosten van Leeuw deselve huijsinge naderhant uijtterhant verkocht aen Anthoni Leeuwenhouck dij deselve in koop accepteert voor de somme van vijfduijsent car. guldens alles in confomite van den voorstaende voorwaerden. Tot verskertheijt van van dijen soo verbinden de verkoper en coper hun personen ende goederen geen uijtgesondert, submitteren dij onder verbant van alle Rechten en Rechteren. Tot meerder sekerheijt soo constitueren hunselven, werde voorn. Leeuwenhouck penning borgen ende mede pricipaele schuldenaeren (Jan Molijn sijn swager ende Maria de Molijn sijn gehuwde suster) onder renunciatie van benefitse (de) ordinis (ut) excussionis ende divisionis, ende in regardt vand voorn. maende meij mede onder renunciatie van 't benefisie van den effecte van dijn wel onderreecht, onder gelijck techt van verbant.

Sources