Made mortgage payment (seventh of eight) on the Gulden Hoofd

Date: 
March 3, 1662

Leeuwenhoek went to the Weeskamer, where he paid 828 guilders to reduce the capital, which meant that he had paid 4,728 guilders total and had 272 guilders still to pay.

A page tipped into the Registers van inschrijving between pages 180 and 181 (right; click to enlarge) made an accounting of how the orphan masters had distributed the payments to date to Frans van Helden's heirs.

De vijff noch ongetroude kindderen coomen uijt cragte
van haer vaders testament elx een achtste part in
ses Duijsent guld. comt ijder achtste part te bedragen f 750 guls.
is voor haer vijfven tesamen
f 3750    
't prelegaat van 4 jongste f 500    
elx portie in haer overleden broeders erfenis afgetrocken
tweehondert gulden voor de dootschuld bij de moeder verschot
bedraecht 78 - 11 -8 penn. daer van noch ses onbetaelt souden
sijn het twelck te saemen comt te bedragen
f 471 9  
   4721 9  
af voor Coppens erfporti  78 11 8
   4642 17 8
af 200 gul. voor haer soon  200   8
   4442 17  
Document: 

WKD inv. 464 fol. 180v Registers van inschrijving van wezen en halfwezen 1646-1660 (my translation)

On the 3th of March 1662, Anthonij van Leeuwenhoeck brought here to the chamber eight hundred twenty-eight guilders to reduce the mortgage on the house standing on the west side of the Hypolitusbuurt inside the city.

Sources